Gedichten

De rest

Volgens de statistieken,
en voor wat ze waard zijn
heb ik nog zo'n drieëntwintig jaar te gaan.

Behoudens ziekte, ongeval
overmatig drankgebruik
of een aanslag hier of daar ontstaan.

Ik heb de toekomende jaren
toch zeker de eerste tien
al min of meer gepland.

Want ik ga er van uit
dat dan alles nog normaal draait
dat er niets komt "aan de hand".

De liefde blijf ik verder,
met heel mijn goesting maar
verfijnder, nog bedrijven.

Tenminste als het ding
niet koppig wordt en
en regelmatig blijft verstijven.

Eten ga ik ook nog
het duurste wat er is,
maar de kwantiteit zal minderen.

En bezoekjes brengen
op zon of feestdagen
natuurlijk bij de kinderen.

De dertien overige jaren
die plan ik liever niet.
Die neem ik zoals ze komen.

Dat zal de periode zijn
van heel veel rust en slaap
en heel veel akelige dromen.

Levens gedicht door: jure

Tweeten