Gedichten

Langs de waterkant

Jaarlijkse hofmakerij van openbloeiende bloemen is
volop aan de gang: met een zoetgeurende lokstof trekken
zij stuntvliegers, zwevende acrobaten aan om te smikkelen en
smullen van gezonde, gevarieerde, evenwichtige nectar en stuifmeel.

Dagvlinders en libellen met zeer dunne en doorzichtige
vliesvleugels proeven de eerste lagen van het open luchtruim
terwijl kriebelende kruipers gaatjes prikken op hun bladrijke wegen
Schoonheid van getinte distel, klaproos of plomp brengt een hart op hol.

Stadsvogels beleven veel plezier aan het lentegroen: een
mannetjes merel zingt uit volle borst voor zijn pasgeboren kroost
twee tortelduiven snavelen met elkaar, ergens verderop pikt een ekster
in de graszoden en wipt in een oogwenk een heerlijke lekkernij uit de grond.

Laat mijn blik nog even glijden over het kabbelend water dat
door jong zwemmende eendjes en meerkoetfamilies bevolkt wordt
Een grote, rechtopstaande reiger baadt in een middagzon en houdt alles
hier nauwlettend in de gaten: een spektakel van geur, kleur, zang en activiteit.

© Catherine Boone - 2015

Natuur gedicht door: Catherine B.

Tweeten