Gedichten

Jij, ja jij alleen

Jij, ja jij alleen, jij bent de vrouw voor mij.
Je maskara is uitgelopen, maar dat geeft niet schat.
En ik zie dat je weer te veel hebt gezopen, je bent zat.

Jij, ja jij alleen, jij bent de vrouw voor mij.
Je krulspelden zitten nog in je haar, het is geen gezicht, maar mijn hart stroomt voor jou over.
En ik voel mij vederlicht.

Jij, ja jij alleen, jij bent de vrouw voor mij.
Jouw parfum is niet mijn smaak, toch heb ik jou
maar wat graag om mij heen.
En dan de harsnagels op je vingers en uh, uh
die dinges, die piercing in je navel.
Toch zit ik graag met jou aan tafel.

Jij, ja jij alleen, jij bent de vrouw voor mij.
Dat je drinkt en rookt als een ketter is voor
mij geen probleem.
En al klaag je steen en been, desondanks ga ik
met jou overal heen.

Want jij, ja jij alleen, jij bent de vrouw voor mij.
En wanneer ik met je vrij hoe onbeholpen je het
ook doet, dan kijk ik in je ogen en naar die bolle toet.
Dan is alles weer vergeten en vergeven en denk ik
het leven is goed.

Overige gedicht door: martin valk

Tweeten