Gedichten

Winterkoning

Alweer zijn de dagen aan het lengen
De vogeltjes in de tuin moeten weer gevoederd
Behalve die verdomde kraaien dat zijn krengen
De Winterkoning zingt zijn hoogste lied van
Twiet, twiet, twiet je ziet mij lekker niet.

Ik ben erg klein en toch heet ik koning en met
mijn zang bedank ik jullie voor mijn houten woning.
Oké, ik weet de woning is niet voor mij alleen, maar een Winterkoning heeft geen hart van steen en samen etenis toch gezelliger dan alleen.

En een goede koning zorgt voor zijn onderdanen en deelt leed en lief
en waarschuwt op tijd voor de eventuele aanwezige Kiekendief.
De Sperwer en de Buizert zijn ook al reeds gesignaleerd en als mijn
zingen stopt weet iedereen in jouw tuin, pas op het gaat verkeerd.

Dan schuilen wij met z’n allen in jouw beukenheg en hebben deze roofridders toch steeds pech.
Dus als jij mij hoort zingen en je luistert en geniet ervan, weet dan dat ik dat doe uit eigenbelang, omdat ik niet zonder onderdanen kan.

Vriendschaps gedicht door: Simon

Tweeten