Breda 's wildernis
Over de Oranjestad
zwerft een reusachtige nevelvinger
vol peinzend zachtzinnig gemoed
tikt soms vluchtig met zijn punt
op een tuin plantsoen of park
wil op sommige plaatsen
een woest aanzien handhaven
bij de noordelijke huizen
aan de wijde bocht van rivier de Mark
drukt de vinger enige malen hard
behoedt kleine maar ruige bossen
tenslotte rust hij voldaan
naast het meertje de Asterd
doet hier het lilliputse oerwoud
beschermd en zuiver adem halend
voortleven tot genoegen
van vogels en wilde viervoeters
die in hun eigen domein
warrige ondoordringbare
daarom oneindige ruimte hebben.
Han Messie
Reacties op 'Breda 's wildernis'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?