Paardenvijgen
Op de zandweg glimmen bruine bollen,
geboren uit de darmen van het rijdier.
Aanstaande geschiedenis, vol vertier
of schrik, schuilt in die geurende drollen.
Een paard nadert, begint bang te dollen.
Plotselinge waarschuwing toont zich hier:
"Al mijn eigen pad, onder streng bestier,"
kwam uit een ander en vreemd ros rollen.
De liefhebber van het kleine leven
zoekt roerend in het neergeworpen vuil
naar stil, toch druk, verborgen beleven.
Daarbinnen steunt een sterke, vluchtige zuil
kort bestaan, dat zich ras zal begeven
in een tijdloze, onbekende muil.
Han Messie
Reacties op 'Paardenvijgen'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?