De uil
Licht gevlekte ogen priemen in diepe duisternis
Tussen bruin blad schuifelt een muis zonder bekommernis
Onwetend van roestbruin gevaar op weg naar avonddis
In glijvlucht schiet hij neerwaarts, bemachtigt zijn prooi gewis
Doodstil neergestreken in avonddos
Bevolkt hij met schimmig gehuil het bos
Met fluwelen veerkleed ingevouwen
Kan hij behendig de nacht beschouwen
Ver in boomholte verscholen
Om niet in daglicht te dolen
Om weer op krachten te komen
Om goddelijk weg te dromen
Reacties op 'De uil'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?