Dempend geweeklaag
Achter tralies grimassen uitgeholde gezichten
Magere bungelende benen pianiseren een telkens herhaald ritme
In een betonnen gootje sijpelt snot en urine
Net terug en pijnlijk murw geslagen met bloedpatronen op rug en buik,
op metalen bed vastgetouwd
Door gangen van gevanghuis sluipt monotoon gehuil,
alsof wind door prikkeldraad gluurt,
terwijl dikke stalen deuren geweeklaag dempen
Bij etenstijd worden beenijzers met stevige sloten omgeslagen,
een metalig slepend geluid achterlatend
Tijdens gekookte bruine bonen en ranzig vet verdringt stilte geroezemoes
Daarna gestommel en speelt gevangenkoor een laaglied,
begeleid door sombere ijzeren klanken
Reacties op 'Dempend geweeklaag'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?