Waterwildernis
Op de tijrivier vaart met de stroom mee een roeiboot
Rechtop gezeten, met zijn bochel tegen de wind in,
houdt hij een gewonde ijsvogel op zijn schoot
Deze veelkleurige koningsvisser ziet eruit als een jachtgodin
Met een glijvlucht over water, jagend op een glimmende vis,
is zij onoplettend tegen de gebochelde gevlogen
Die heeft haar voorzichtig opgepakt in deze waterwildernis
Hij betreurt het verlies van haar gezichtsvermogen
Doordat hij haar met zijn handen uit
de wind houdt
is verder roeien onmogelijk zo lang hij haar vasthoudt
Reacties op 'Waterwildernis'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?