Wedstrijd
Ik kom eraan
Wil vooraan staan
Dicht tegen de lijn
Daar wil ik zijn
Rechtop loop ik naar de start
Maar wee, ben ik nu verward
Ik sta daar helemaal alleen
Zie niemand om mij heen
Heb net dure schoenen gekocht
Zo ben ik aan hardlopen verknocht
Ik sta op en neer te wippen
Wacht tot ze het lint doorknippen
Maar er is geen sterveling te zien
Had ik er toch maar vanaf gezien
Vreemd, links een ingezakte tent
Jawel, er komt iemand aangerend
Hij sleept met een zwarte meetmat
Ik zie hoe hij eruit ziet, heel afgemat
Voor mijn neus rolt hij de mat uit
Door gladheid glijdt hij vooruit
Vermoeid wankelt hij naar de tent
Waarempel daar staat nog een vent
Hij staat daar bij een zilveren kast
Hij houdt zich stevig aan de tent vast
Het is gaan regenen en waaien
Ik zie ze wild naar mij zwaaien
Kan kan ik nu eindelijk van start gaan
Ze zullen versteld van mijn eindtijd staan
Onrustig wacht ik op het startschot
Door regenwater is de tent nu kapot
Die twee zijn bedolven onder doek en stokken
Nu sta ik aan de start met de brokken