Hemelladder

Als ik op water kon wandelen en grondig golven bedwingen,
zou ik mijn rustplaats in een wolk rechtboven Greenwich kiezen
Vanaf mijn verpozingsplek zou ik dan de nulmeridiaan zien
als een lichtgevend lint rond de aardbol gespannen

Zodra zon breeduit bloeit, glijd ik voort langs een zonnestraal naar het aardrijk
Ik ga daarna wijduit staan, mijn armen gestrekt en vingers gespreid
Van einder naar einder kijk ik nu in alle richtingen
Een mysterieuze stilte beklemt me in deze eindeloze vlakte

Via een lichtstraal kan ik niet naar mijn wolk weerkeren,
de weerkeerweg is te steil, zodat ik er aanhoudend afglibber
Ik moet wachten op regen om dikke druppels als hemelladder te gebruiken
Zonodig kunnen lichtstrepen als leuningen dienen

Als rilingwekkend regen afbreekt, tuimel ik terreinwaarts
Bijkans beland ik dan in onderliggende oceaan
Zwierend op zeegolven wacht ik weerspannig op nieuwe neerslag

gedicht door: Paul Duyvesteyn

Reacties op 'Hemelladder'

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?

Reactie plaatsen


Uw naam:

Uw reactie:

Ik ga akkoord met de voorwaarden