Honderd jaren
De beeldsnijder maakt een kleine treinreis,
draagt een wortelstronk, door bliksem geraakt.
Hij zeult te voet verder; een kleine stad naakt.
Wacht daar vrije opdracht of strakke eis?
Eindelijk zingen hout en beitel hun wijs:
een gaper voor de drogist wordt gemaakt.
Het werk komt gereed: zware ruzie blaakt!
De winkelier biedt veel te lage prijs.
De woeste kunstenaar wordt weggejaagd
door beambten, maar gebruikt toverkracht:
alle burgers zijn met een eeuw slaap geplaagd.
Kleinzoon schilder Tijn kent de geheime macht,
ontvangt Ollie en Tom Poes: nieuwe raad daagt:
de stad Doezel is weer tot leven gebracht.
Han Messie
Reacties op 'Honderd jaren'
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, ben jij de eerste?