Gedichten

Slapen gaan

Met kousen uit wacht het verglijden in de nacht :
Dagdroom, overlopen capriolen van
Voorbij de dag en ik verlang slechts warmte:
Woorden inpakken omzichtig, het late zoeken
Naar dons, een oord voor straks om in te keren,
Een draai vinden in watten – roze – geen groene,
Een holte, gevoerd in bont om aan te trekken.
Ook goed: een oksel vol zacht zeewier,
Vlok strandschuim rond pluis van eend,
een mezennest, het strelen ervan
(voor als die oorpijn weer…, of heimwee)
Zijde tussen lip en wang
De oude test: luw, zoet, fluweel.

Stemmen, echo’s verstillen
Om harig wilgenroosje, en zon van nog daareven
Ebt weg van steen en geurkamille.
Precies dan dat kou toeslaat:
Ik strengel behoedzaam voet voor voet,
Vingers tussen tenen, beurtelings
- geen acrobaat ik -
Tot ik niet meer tracht noch wakker hoef
Maar als een traan vervloei in sloop in laken,
Nog even schapen tellen: een, twee…..

Levens gedicht door: jozef

Tweeten