Gedichten

Timo

Daar was er eens een katertje
met ogen zo blauw
ze keken blij de wereld in
alsof het was van goud.

Het is een kleine deugniet
die springt van het balkon
om op vogels te jagen
van drie hoog, alsof dat kon!

Soms loopt hij over de reling
zo naar de buren toe
miauwt daar voor aandacht
tot aan vervelens toe.

Vaak spint hij na het eten
als het lekker is geweest
vooral een grote vissenkop
wordt hartelijk welkom geheten.

De krabpaal wordt links gelaten
beter nagels zetten in de bank
in het huis is zijn afdruk zichtbaar
Gekke Timo, je wordt bedankt!

Ziet de wasmachine als speeltje
kruipt erin als het even kan
vindt dit zo oneindig prachtig
ja, daar wordt hij vrolijk van.


Hij rent van de gang naar de kamer
springt op de bank vliegensvlug
op de vensterbank kijken naar buiten
wij hebben aan Timo een hele klus.

Dus; daar was er een een katertje
met ogen zo blauw
ze kijken blij de wereld in,
alsof ze zeggen wil,
wat zeg je me nou!